Flashcards Duits-Nederlands | 250 stuks

Duits leren doe je het snelste met deze Flashcards

Laten we eerlijk zijn, niemand besteed graag veel tijd aan z’n huiswerk voor Duits. Door met deze Flashcards Duits-Nederlands te werken kun je op een makkelijke manier en in weinig tijd de betekenis van veel Duitse woorden leren. Zo hou je meer tijd over voor leuke dingen, zonder dat het ten koste gaat van je leerprestaties.

Hoe werken de Flashcards Duits-Nederlands?

Simpel! Je schrijft het Nederlandse woord aan de ene kant van de Flashcard en schrijft de Duitse vertaling aan de andere kant. Leg vervolgens de Flashcards voor je neer en draai ze één voor één om. Kijk goed welke Duitse woorden je al kent. Maak vervolgens een stapel van deze Flashcards.

Leg de Flashcards van de woorden die je nog moet oefenen op een andere stapel. Dit zijn de Duitse woorden die je nog moet leren. Je hoeft nu alleen deze kaartjes te herhalen. Ken je bij de volgende ronde een aantal woorden die je daarvoor nog niet kende, leg deze dan op de eerste stapel. Hoe vaker je alle woordkaartjes herhaalt, hoe kleiner de stapel wordt met woorden die je nog niet kent.

Herhaal de Duitse woordkaartjes regelmatig

Let wel op dat je tussen het leren door de stapel met Duitse woorden die je al kent herhaalt. Het kan zijn dat je alweer een aantal woorden bent vergeten. Die leg je dan weer terug op de stapel die je nog moet oefenen.